Eindejaarstips 2021
- Breng uw opleidingskosten in aftrek
Bent u van plan om een opleiding of studie voor uw (toekomstig) beroep te volgen, dan kunt u zich voor het einde van het jaar nog inschrijven en de kosten betalen zodat deze nog in de aangifte inkomstenbelasting 2021 in aftrek kunnen worden gebracht. In 2022 kunt u de opleidingskosten niet meer in aftrek brengen maar kunt u vanaf 1 maart 2022 een STAP-budget aanvragen bij het UWV.
- Benut de verruimde schenkingsvrijstelling
De vrijstellingen in de schenkbelasting zijn eenmalig met € 1.000 verhoogd in verband met de coronacrisis. Voor schenkingen aan kinderen bedraagt de vrijstelling € 6.604. Voor schenkingen aan kleinkinderen en overige derden € 3.244. U kunt voor het einde van het jaar nog een schenking doen met een verhoging van € 1.000.
- Plan uw zorgkosten in
U kunt uw zorgkosten in aftrek brengen tegen een tarief van maximaal 43%. Uw kosten moeten wel boven de drempel uitkomen. Ga na of u nog voor het einde van het jaar zorgkosten moet maken zodat u over de drempel heen komt. Denk aan steunzolen, tandartskosten of onder voorwaarden een gehoorapparaat.
- Verlaag uw box -3 vermogen
Heeft u een groot vermogen in box 3, waarbij de forfaitaire belastingdruk erg hoog uitpakt? Dan kunt u de belastingdruk verlagen door nog dit jaar een schenking of een dure aankoop te doen die u toch al van plan bent te doen. Het vermogen dat u heeft op 1 januari vormt de grondslag voor de heffing. Zorg ervoor dat uw vermogen voor die datum is afgenomen.
- Betaal hypotheekrente vooruit
Aangezien het aftrektarief van de hypotheekrente jaarlijks daalt, doet u er verstandig aan om hypotheekrente vooruit te betalen. Zo profiteert u dit jaar nog van een hoger aftrektarief van 43%.
- Ga na of een betaalpauze hypotheek gunstig is
Kunt u vanwege de coronacrisis tijdelijk uw hypotheek niet betalen? Dan mag uw geldverstrekker, bijvoorbeeld uw bank, u een betaalpauze geven. In die periode hoeft u geen (of minder) rente en aflossing te betalen voor uw eigenwoningschuld. U kunt een betaalpauze aanvragen, en uw geldverstrekker kan zo’n betaalpauze met u afspreken, tot en met 31 december 2021. Ga na of u in aanmerking komt en of een betaalpauze gunstig is voor u.
- Benut de resterende ruimte in de vrije ruimte
Benut de vrije ruimte voor de werkkostenregeling goed. Heeft u nog ongebruikte ruimte? Dan kunt u misschien dit jaar uw werknemers nog belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen geven. U kunt een ongebruikt deel van de vrije ruimte niet doorschuiven naar volgend jaar. U hoeft de afrekening van de werkkostenregeling over het jaar 2021 (eindheffing werkkostenregeling) pas mee te nemen in de aangifte loonheffingen over februari 2022. Deze aangifte verzorgt en betaalt u in maart 2022.
Tip! In 2021 is door de coronacrisis de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de loonsom verhoogd van 1,7% naar 3%. Daarboven blijft het percentage gelden van 1,18%. Het kan daarom voordelig zijn om dit jaar meer vergoedingen en verstrekkingen te doen binnen de vrije ruimte. In 2022 geldt de verhoogde vrije ruimte namelijk niet meer.
Pas eventueel de concernregeling toe. Dan ontstaat in feite een gezamenlijke vrije ruimte die uitgewisseld kan worden tussen concernmaatschappijen.
Let op! Als u gebruik maakt van de concernregeling, dan kan in 2021 maar één keer gebruik worden gemaakt van de verhoogde vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de loonsom. Raadpleeg uw RB over wat voordeliger is: het onderling uitwisselen van ongebruikte vrije ruimte of meermaals gebruik maken van de verhoogde vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de loonsom.
Tip! Heeft u schriftelijk vastgelegd dat en welke vergoedingen en verstrekkingen u heeft aangewezen als eindheffingsloon? Het schriftelijk vastleggen voorkomt veel discussies met de Belastingdienst
- Gerichte vrijstelling voor thuiswerken
Vanaf 1 januari 2022 mag een werkgever (onder voorwaarden) € 2 per thuiswerkdag onbelast vergoeden aan een werknemer. Hiervoor wordt een nieuwe gerichte vrijstelling ingevoerd. Voor structureel thuiswerken komt er een praktische regeling, die ook regelt hoe om te gaan met de dagen waarop een werknemer zowel thuis werkt als naar een vaste werkplek reist.
Let op! Werkt de werknemer op dezelfde dag thuis en op kantoor, dan kunnen de reiskostenvergoeding en de thuiswerkvergoeding niet allebei worden toegepast. De werkgever moet kiezen tussen één van beide.
Wilt u gebruik gaan maken van deze gerichte vrijstelling? Neem dan contact op met uw RB om te bekijken wat de mogelijkheden zijn.
Tip! Breng tijdig in kaart of en hoe u een eventuele thuiswerkvergoeding wil toepassen en welke administratieve maatregelen u moet nemen om dit in te voeren. De Ondernemingsraad zal hier waarschijnlijk ook bij betrokken moeten worden
- Informatieverstrekking aan Belastingdienst
Vanaf 1 januari 2022 wordt voor werkgevers de plicht tot informatieverstrekking aan de Belastingdienst uitgebreid. Als u betalingen doet aan een natuurlijk persoon, moet de Belastingdienst worden geïnformeerd over een aantal zaken. Onder andere naam, adres, woonplaats, geboortedatum, BSN en de in het kalenderjaar betaalde bedragen inclusief kostenvergoedingen. De informatieplicht geldt niet voor onder andere betalingen aan werknemers, artiesten, beroepssporters, of vrijwilligers. Ook geldt de informatieplicht niet voor personen die een factuur hebben uitgereikt, mits die factuur voldoet aan de eisen van de Wet op de omzetbelasting 1968.
Tip! Begin tijdig met het in kaart brengen voor welke personen u aan deze informatieplicht moet voldoen en ga na of u over alle noodzakelijke gegevens (BSN!) beschikt.
- Betaal minder belasting: benut de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Bent u van plan om te investeren in uw onderneming? Misschien is het voordelig om dat nog dit jaar te doen of kunt u die juist beter (gedeeltelijk) uitstellen tot 2022. Op die manier kunt u optimaal gebruik maken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) en betaalt u minder belasting.
Voor de KIA moet u minimaal € 2.400 aan investeringen doen. Investeert u meer dan € 328.721, dan heeft u geen recht op KIA. Investeringen tot € 450 tellen niet mee. De KIA geldt zowel voor nieuwe als gebruikte bedrijfsmiddelen. Voor sommige bedrijfsmiddelen kunt u geen KIA krijgen, zoals grond, woningen en personenauto’s.
Tip! Bent u vergeten om de investeringsaftrek toe te passen in uw aangifte, dan kunt u binnen vijf jaar een verzoek doen om deze alsnog toe te passen.
- Betaal minder belasting: benut energie- en milieuinvesteringsaftrek
Naast kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) kunt u ook recht hebben op energie-investeringsaftrek (EIA) als u investeert in bepaalde energiezuinige bedrijfsmiddelen of milieu-investeringsaftrek (MIA) als u bepaalde milieuvriendelijke investeringen doet. De EIA bedraagt 45,5% van de investering. De MIA bedraagt afhankelijk van het bedrijfsmiddel 13,5%, 27% of 36%. Alleen investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen komen voor de EIA of MIA in aanmerking. Kleine investeringen tot een bedrag van € 2.500 komen niet voor EIA of MIA in aanmerking.
U krijgt alleen EIA of MIA als de investeringen binnen drie maanden na het aangaan van de verplichting digitaal via het e-loket op mijn.rvo.nl zijn gemeld. Aan de hand van de energielijst of de milieulijst (te raadplegen op de site www.rvo.nl) kunt u bepalen of een bedrijfsmiddel in aanmerking komt voor EIA of MIA.
Tip! De MIA wordt per 1 januari 2022 verhoogd naar 27%, 36% of 45%. Overweeg daarom om uw MIA-investering uit te stellen naar 2022. Let wel op dat de nieuwe milieulijst voor 2022 pas eind 2021 wordt gepubliceerd. Bespreek met uw RB of u nog in 2021 of juist in 2022 wilt investeren.
- Voorkom een desinvesteringsbijtelling
Heeft u in de afgelopen vijf jaar investeringsaftrek toegepast? En verkoopt u het bedrijfsmiddel weer? Dan krijgt u misschien te maken met de desinvesteringsbijtelling. Dit is een bijtelling bij de winst van uw onderneming, waardoor u dus een stukje van de eerdere investeringsaftrek moet terugbetalen. De bijtelling geldt alleen als u voor meer dan €2.400 aan bedrijfsmiddelen vervreemdt.
Tip! Heeft u in 2017 met investeringsaftrek geïnvesteerd in een bedrijfsmiddel? Als u dat bedrijfsmiddel gaat afstoten kunt u de desinvesteringsbijtelling voorkomen door de verkoop uit te stellen tot begin 2022.
- Voorkom bijtelling bestelauto’s voor personeel
Heeft uw onderneming bestelauto’s die aan het personeel ter beschikking worden gesteld? Dan moeten de werknemers in principe belasting betalen over de bijtelling voor het privégebruik van de bestelauto. Rijdt uw werknemer op jaarbasis minder dan 500 km privé met deze bestelauto? Dan kan de werknemer, net als voor een personenauto, voor een bestelauto een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen. Voor bestelauto’s zijn er daarnaast speciale mogelijkheden om de bijtelling te voorkomen als de werknemer niet privé kan/mag rijden met de bestelauto. Denk daarbij aan:
- een niet buiten werktijd te gebruiken bestelauto (auto ‘achter het hek’);
- een verbod op privégebruik bestelauto;
- een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik.
U moet het privégebruik dan wel onmogelijk maken en het autogebruik controleren. Voor het verbod op privégebruik kunt u eventueel gebruik maken van een voorbeeldafspraak die u kunt downloaden van belastingdienst.nl.
Tip! Worden de bestelauto’s doorlopend afwisselend gebruikt en is het privégebruik per werknemer niet te bepalen? Dan kunt u kiezen voor eindheffing van € 300 per bestelauto.
Let op! Als de bestelauto door de aard en inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen, dan hoeft geen forfaitaire bijtelling in aanmerking te worden genomen. Bespreek uw situatie met uw RB.
- Maak nog gebruik van de verlaagde bijtelling: koop vóór 2022 een elektrische auto
Wanneer u of uw werknemers meer dan 500 privékilometers rijden met de auto van de zaak, dan leidt dat tot een bijtelling privégebruik auto. Het algemene tarief daarvoor is 22%, maar voor nieuwe volledig elektrische auto’s geldt in 2021 nog een verlaagd tarief van 12%. Deze verlaagde bijtelling geldt tot een catalogusprijs van € 40.000 (de zogeheten ‘cap’), daarboven geldt alsnog 22%. Let op: de auto moet dan wel vóór 1 januari 2022 voor het eerst in gebruik zijn genomen.
De voordelen van een elektrische auto worden de komende jaren steeds verder afgebouwd. Van 2022 tot en met 2024 moet u rekening houden met een bijtelling van 16%, in 2025 is de bijtelling 17% en vanaf 1 januari 2026 22%. Ook de cap wordt in 2022 verlaagd tot € 35.000 en in 2023 tot € 30.000. In 2026 zal deze cap verdwijnen.
- Betaal later belasting: schrijf willekeurig af op bedrijfsmiddelen
Als ondernemer moet u afschrijven op bedrijfsmiddelen als deze in waarde dalen door gebruik. Deze afschrijving is aftrekbaar van de winst. Soms kunt u gebruik maken van willekeurige afschrijving. Dit houdt in dat u sneller mag afschrijven. U haalt dan de kosten naar voren en stelt zo belastingheffing uit. Willekeurige afschrijving is er voor milieuinvesteringen (VAMIL), maar ook voor startende ondernemers. Startende ondernemers kunnen in 2021 tot maximaal € 328.721 willekeurig afschrijven op hun investeringen.
- Waardeer vorderingen, bedrijfsmiddelen en voorraad af
De bezittingen van uw onderneming staan op de (fiscale) balans voor de aankoopprijs, verminderd met de afschrijvingen. Dit noemen we de boekwaarde. Als de werkelijke waarde van de bezittingen lager is dan de boekwaarde, kunt u deze mogelijk afwaarderen. De afwaardering komt in mindering op uw winst uit de onderneming, waardoor u dit jaar minder belasting betaalt.
- Stel belasting uit: vorm een HIR en onderbouw uw herinvesteringsvoornemen
Heeft uw onderneming dit jaar bedrijfsmiddelen verkocht en daarbij winst behaald? Dan moet u daar waarschijnlijk belasting over betalen. Dit kunt u voorkomen door de winst te reserveren in een herinvesteringsreserve (HIR). U moet dan wel het voornemen hebben om in hetzelfde jaar of in de drie opvolgende jaren nieuwe investeringen te doen. Zolang u niet overgaat tot investeren, moet u uw herinvesteringsvoornemen aannemelijk maken. Denk aan het vastleggen van de voorgenomen investeringen in een directiebesluit, aangevuld met vastleggingen van de concrete stappen die u heeft ondernomen om te herinvesteren. Bijvoorbeeld het aanvragen van offerten of via zoekopdrachten en dergelijke.
Let op! Het voornemen tot herinvestering moet u gedurende (maximaal) drie jaren bijhouden. Zorg ervoor dat u de gegevens waarmee u het herinvesteringsvoornemen kunt aantonen tijdens die periode goed bewaart.
- Herinvesteer op tijd
Heeft u in eerdere jaren een herinvesteringsreserve (HIR) gevormd? Dan blijft deze in principe maximaal drie jaar in stand. Als u niet binnen die tijd investeert, dan wordt de HIR weer bij de winst opgeteld en moet u hierover alsnog belasting betalen. Een herinvesteringsreserve die in 2018 is gevormd, moet daarom uiterlijk op 31 december 2021 worden gebruikt voor een nieuwe investering in bedrijfsmiddelen.
Investeer daarom op tijd. Van een ´herinvestering´ is al snel sprake. Het is namelijk al voldoende als u in 2021 het contract voor de investering tekent. Het bedrijfsmiddel hoeft dus nog niet in 2021 aan u geleverd of door u betaald te zijn.
Let op! Onder bijzondere omstandigheden kan de termijn om te herinvesteren worden verlengd. De huidige coronacrisis is zo’n bijzondere omstandigheid. Vraag de Belastingdienst in dat geval vóór afloop van de driejaarstermijn om een verlenging van de termijn. Uw RB kan u hierbij helpen.
- Vraag BTW van niet-betalende debiteuren terug
Weet u zeker dat klanten uw facturen niet meer zullen betalen? Dan kunt u de btw die u op die facturen in rekening heeft gebracht en afgedragen aan de Belastingdienst terugvragen. Dit kunt u in ieder geval doen op het moment dat de factuur een jaar na het verstrijken van de uiterste betaaldatum nog niet is betaald. Bent u geen betalingstermijn overeengekomen? Dan geldt een betalingstermijn van 30 dagen na ontvangst van de factuur door uw klant. U kunt de btw die u niet ontvangt in uw normale aangifte omzetbelasting terugvragen.
Let op! Vraag de btw op tijd terug. Dat moet uiterlijk in de aangifte over het tijdvak waarin de hiervóór beschreven éénjaarstermijn verloopt. Bent u te laat? Dan heeft u geen recht meer op teruggave. Zorg er daarom voor dat u bij iedere aangifte een goede ouderdomsanalyse maakt van uw vorderingen
- Kijk naar mogelijkheid om een voorziening te vormen.
Weet u redelijk zeker dat u in 2022 bepaalde (grote) uitgaven moet doen? Dan kunt u misschien uw winst over 2021 al verlagen door een voorziening te vormen.
Let op! Een voorziening mag u alleen vormen voor toekomstige uitgaven, als die worden veroorzaakt door feiten en omstandigheden die zich in 2021 of eerdere jaren voordeden. De toekomstige uitgaven moeten bovendien ook toe te rekenen zijn aan deze jaren.
- Beperk de aftrekbeperking voor gemengde kosten
Gemengde kosten zijn kosten die zowel een zakelijk als privéelement bevatten. Heeft u in 2021 gemengde kosten gemaakt? Dan zijn deze tot een bedrag van € 4.700 niet aftrekbaar. U kunt er echter ook voor kiezen deze kosten voor 80% in aftrek te brengen. Dat is voordelig als de beperkt aftrekbare kosten over 2021 minder dan € 23.500 bedragen.
Let op! Voor ondernemingen die onder de vennootschapsbelasting vallen, gelden afwijkende regels. Drijft u uw onderneming via een bv? Dan is het bedrag van de beperkt aftrekbare kosten gelijk aan 0,4% van het belastbaar loon van werknemers met een minimum van € 4.700. De bv kan er ook voor kiezen om dit bedrag te vervangen door 26,5% van de werkelijke kosten, als dit bedrag lager is.
- Fiscale subsidie: gebruik het loonkostenvoordeel
Als werkgever kunt u een loonkostenvoordeel (LKV) krijgen voor oudere of arbeidsgehandicapte werknemers. Ga snel na of u het LKV kunt krijgen. Het LKV wordt alleen toegekend als er een doelgroepverklaring is afgegeven aan de werknemer. Er kan dan direct in de aangiften loonheffing rekening mee worden gehouden. De volgende loonkostenvoordelen kunnen worden aangevraagd:
- LKV oudere werknemer;
- LKV arbeidsgehandicapte werknemer;
- LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden;
- LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer.
Uw werknemer moet binnen drie maanden nadat de werknemer bij u in dienst is getreden de doelgroepverklaring aanvragen bij het UWV of de gemeente. Na die drie maanden heeft de werknemer geen recht meer op die doelgroepverklaring en kunt u geen LKV meer aanvragen voor uw werknemer.
Let op! Om voor uw werknemer LKV te kunnen ontvangen, moet u een kopie van de doelgroepverklaring van uw werknemer hebben. Zorg ervoor dat u uw werknemer daarvan tijdig op de hoogte brengt.
- Fiscale subsidie: gebruik het (jeugd-)lageinkomensvoordeel
U kunt als werkgever een tegemoetkoming krijgen om mensen met een laag inkomen aan te nemen. Dit lageinkomensvoordeel (LIV) is een fiscale subsidie voor het in dienst hebben van mensen die een gemiddeld uurloon hebben van minimaal € 10,48 tot maximaal € 13,12. Voor werknemers van 18 tot en met 20 jaar geldt het jeugd-LIV. Het voordeel op de loonkosten per in dienst genomen werknemer is maximaal € 960 per werknemer per jaar.
Tip! U hoeft als werkgever het (jeugd-)LIV niet aan te vragen. Het UWV beoordeelt op basis van de ingediende aangifte loonheffingen voor welke werknemers u recht heeft op het LIV. Daarvoor is het gemiddeld uurloon van de betreffende werknemers en het aantal verloonde uren (ten minste 1.248 per kalenderjaar) van belang. Vul dus in uw aangifte ook het aantal verloonde uren goed in. De Belastingdienst betaalt het LIV over 2021 in 2022 automatisch aan u uit.
- Controleer of de onbelaste vergoeding voor het woon-werkverkeer in 2022 kan worden doorbetaald
Werkgevers kunnen werknemers een belastingvrije vergoeding geven voor de kosten van het reizen van huis naar een vaste arbeidsplaats. Die onbelaste vergoeding is € 0,19 per kilometer, voor de heen- én de terugreis. De werknemer die in 2021 op jaarbasis 60% van het aantal werkdagen reist tussen zijn woonplaats en een vaste arbeidsplaats, kan een belastingvrije vergoeding ontvangen alsof hij het hele jaar naar die arbeidsplaats reist. Het aantal werkdagen wordt hierbij gesteld op maximaal 214 dagen per kalenderjaar. Bij een fulltime dienstverband betekent dat, dat als de werknemer ten minste op 128 dagen (60% van 214) naar de vaste arbeidsplaats reist, hij voor 214 dagen een onbelaste vaste vergoeding kan ontvangen. Vanwege de coronacrisis werken uw werknemers op dit moment misschien niet op kantoor. U mag in 2021 voor de vaste reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer de thuiswerkdagen echter als reisdagen blijven zien.
Tip! In 2022 geldt deze speciale regeling voor de coronacrisis niet meer. Dat betekent dat u per 1 januari 2022 het (veranderde) reispatroon woon-werk van uw werknemers in kaart moet brengen. U moet dit toetsen aan de 128 dagen-eis en nagaan of u nog een vaste vergoeding kunt geven. Neem voor meer informatie contact op met uw RB.
Let op! Als u per 2022 een thuiswerkvergoeding gaat invoeren, zal de vergoeding voor woon-werkverkeer moeten worden aangepast. Lees in dit verband paragraaf 1.2.
- Btw-ondernemer met lage omzet: pas de kleineondernemersregeling toe
Ondernemers in Nederland met een btw-omzet tot € 20.000 kunnen kiezen voor de btw-vrijstelling voor kleine ondernemers: de kleineondernemersregeling (KOR). Deelname aan de KOR vermindert de administratieve verplichtingen voor de btw.
De ondernemer mag dan geen btw meer in rekening brengen bij zijn afnemers én hij kan geen omzetbelasting als voorbelasting in aftrek brengen. Omzetbelasting op zakelijke kosten en investeringen is dus niet aftrekbaar. Mogelijk is er sprake van terugbetaling van eerder in aftrek genomen btw op grond van de herzieningsregels. Dit geldt ook voor btw die u heeft betaald in een ander EU-land, zoals de btw over tanken in Duitsland. De regeling geldt ook voor bv’s en andere rechtspersonen, zoals stichtingen en verenigingen.
Tip! Wilt u de nieuwe KOR niet meer toepassen, dan kunt u zich afmelden met een speciaal formulier op de website van de Belastingdienst. Het gevolg is dan wel dat u drie jaar lang geen gebruik kunt maken van de KOR.
- Corrigeer eerdere btw-aangiften
Constateert u dat u te veel of te weinig btw heeft afgedragen? Dan moet u dat corrigeren. U kunt die correctie verwerken in de eerstvolgende aangifte omzetbelasting. Voorwaarde is wel dat de btw-correctie niet hoger is dan € 1.000. Betreft het een grotere correctie, dan moet u een aparte suppletieaangifte indienen.
- Eénloketsysteem voor afstandsverkopen
Sinds 1 juli 2021 geldt de nieuwe EU-regeling btw ecommerce. Als u goederen levert aan klanten in de EU die geen btw-aangifte doen, kunt u gebruik maken van het zogenoemde éénloketsysteem. Dit scheelt een groot aantal registraties in de landen waar u de goederen levert.
Maakt u nog geen gebruik van het éénloketsysteem? Vraag uw RB naar de mogelijkheden.
- Btw-aangifte via nieuw portaal
Btw-zaken kunnen vanaf 1 januari 2022 alleen nog worden geregeld via het nieuwe portaal Mijn Belastingdienst Zakelijk. Zzp’ers en eenmanszaken kunnen inloggen met een DigiD, bv’s hebben E-herkenning nodig. Zorg dat u dit op tijd aanvraagt.
Tip! Doet uw RB uw aangifte omzetbelasting via uw portaal? Zorg dan dat u samen met uw adviseur de juiste machtiging(en) aanvraagt.
- Denksportverenigingen worden btw-plichtig
Bent u een denksportorganisatie, zoals een bridge-, go-, schaak- of damvereniging? Vanaf 1 januari 2022 wordt u btwplichtig. Neem voor meer informatie over de gevolgen hiervan contact op met uw RB.
- Zorg voor liquiditeit: verzoek om voorlopige verliesverrekening
Verwacht u dat uw onderneming in 2021 een verlies lijdt? Dien dan een verzoek in om vermindering van uw voorlopige aanslag 2021. Daarmee voorkomt u namelijk dat u te veel belasting vooruitbetaalt. U heeft dan meer geld beschikbaar voor uw ondernemingsactiviteiten.
Als het boekjaar voorbij is en uw aangifte is ingediend, kunt u ook een verzoek doen om een voorlopige verliesverrekening. Het voordeel daarvan is dat u alvast 80% van het verlies kunt verrekenen met winsten uit eerdere jaren. U krijgt dan sneller geld terug. Vraag dus snel een voorlopige verliesverrekening aan.
Let op! De voorlopige verliesverrekening wordt later verrekend met de definitieve verliesverrekening. De voorlopige verliesverrekening leidt dus eerder tot meer liquiditeit, maar niet tot een hoger bedrag.
- Bewaartermijnen: controleer uw administratie
U bent verplicht om uw administratie minimaal 7 jaar te bewaren. In sommige situaties is de bewaartermijn nog langer. Denk bijvoorbeeld aan de gegevens van onroerende zaken waarvoor een herzieningstermijn van 10 jaar geldt. Daarvoor geldt dus een langere bewaartermijn. Controleer dus goed of u uw gegevens wel goed bewaart. Is de bewaartermijn voorbij? Dan kunt u alles vernietigen. Let er daarbij op dat er geen privacygevoelige informatie naar buiten komt.
- Coronacrisis: bijzondere betalingsregeling
Veel ondernemers verkeren in zwaar weer door de coronacrisis. Het betalen van belasting kan daardoor lastig zijn. U kon tot 1 oktober 2021 bijzonder uitstel van betaling aanvragen in verband met de coronacrisis voor de belastingschulden van uw onderneming. Vanaf 1 oktober 2021 moet u weer aan uw lopende betalingsverplichtingen voldoen. Kunt u dat niet, dan kunt u onder voorwaarden aanvullend uitstel van betaling aanvragen tot en met 31 januari 2022. Ook regulier uitstel van betaling is een optie. Voor het terugbetalen van de openstaande belastingbedragen heeft het kabinet een speciale regeling in het leven geroepen. Vanaf 1 oktober 2022 moet uw onderneming de belastingschuld gaan aflossen. Deze aflossing kunt u uitsmeren over een periode van maximaal 60 maanden. Een langere betalingsregeling is in uitzonderingsgevallen in overleg met de Belastingdienst mogelijk.