Wijzigingen in box 2
Box 2 kent twee tariefschijven. De eerste schijf met een tarief van 24,5% geldt vanaf 1 januari 2025 voor een box-2-inkomen (bijvoorbeeld dividenden of de winst bij verkoop van uw aanmerkelijkbelangaandelen) tot € 67.804 (in 2024: € 67.000). Heeft u een fiscaal partner? Dan geldt het lage box-2-tarief tot € 135.608 bij een gelijke verdeling tussen u en uw partner. Het tarief van de tweede schijf is verlaagd van 33% naar 31%.
Voorkom belastingrente betalen
De belastingrente voor de vennootschapsbelasting (bronbelasting en solidariteitsbijdrage) is verlaagd van 10% naar 9%. U kunt met belastingrente te maken krijgen, als uw bv vennootschapsbelasting moet bijbetalen. Dit kunt u voorkomen door een reële inschatting te (laten) maken van de verschuldigde vennootschapsbelasting en de voorlopige aanslag daar op te laten aanpassen.
Let op
Vanaf 1 januari 2025 wordt er ook belastingrente berekend bij te late betaling van dividendbelasting.
Geen afschaffing giftenaftrek maar toch beperkt
De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting is toch niet afgeschaft. Maar dat wil niet zeggen dat de giftenaftrek voor u als aandeelhouder met een aanmerkelijk belang (5% of meer aandelenbelang) niet is beperkt. Hoe zit dat?
Alleen zakelijke kosten zijn aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting. Kosten van sponsoring of reclame zijn bijvoorbeeld aftrekbaar. Wanneer kosten niet als zodanig kwalificeren, zijn deze niet aftrekbaar. Niet-zakelijke uitgaven worden gezien als een verkapte winstuitkering aan u als aanmerkelijkbelangaandeelhouder. Deze uitkering is belast met dividendbelasting en als u een aanmerkelijk belang hebt, bent u ook box-2-belasting verschuldigd. Giften zijn als niet-zakelijke kosten niet aftrekbaar.
Een uitzondering wordt gemaakt voor giften aan algemeen nut beoogde instellingen (ANBI’s) of sociaal belang behartigende instellingen (SBBI’s). Deze giften zijn aftrekbaar tot maximaal 50% van de winst, met een maximum van € 100.000. Omdat de afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting per 1 januari 2025 niet is doorgegaan, is dit zo gebleven. Voor zover de giften meer bedragen dan dit maximum is dat bedrag, als niet-zakelijke uitgave, niet aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting.
In 2024 waren deze bovenmatige giften geen winstuitkering aan u als aandeelhouder. Alle giften (ongeacht de grootte) aan ANBI’s of SBBI’s werden niet aangemerkt als een verkapte winstuitkering aan de aandeelhouder. Dus geen dividendbelasting en eventueel geen box-2-heffing. Vanaf 1 januari 2025 geldt echter weer de oude regeling van vóór 2024.
Dat wil zeggen dat de niet-aftrekbare giften boven € 100.000 weer worden aangemerkt als winstuitdeling aan u als aandeelhouder, waarover u dividendbelasting en eventueel box-2-belasting moet betalen. Vervolgens kunt u de winstuitdeling weer aanmerken als gift in privé en onder voorwaarden aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting.
Gebruikelijk loon 2025
U moet als aanmerkelijkbelanghouder (5% of groter aandelenbelang) ten minste een gebruikelijk loon opnemen voor het werk dat u voor uw bv verricht. Het gebruikelijk loon wordt in beginsel vastgesteld op het hoogste bedrag uit de volgende reeks bedragen:
- het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- het hoogste loon van werknemers in dienst van de vennootschap of daarmee verbonden vennootschappen; of
- € 56.000 (gelijk aan 2024)
Vraag voorlopige verliesverrekening aan
Als uw bv in 2024 verlies heeft geleden, kunt u zodra de aangifte vennootschapsbelasting 2024 is ingediend, een verzoek doen om voorlopige verliesverrekening. U kunt dan alvast 80% van het verlies verrekenen met winsten uit eerdere jaren. Dit levert uw bv een liquiditeitsvoordeel op. Zij kan immers eerder beschikken over een te verwachten belastingteruggaaf. De voorlopige verliesverrekening wordt later verrekend met de definitieve verliesverrekening.
Aanpassing kwijtscheldingsvrijstelling bij samenloop met verliesverrekening
Sinds 2022 mag uw bv slechts beperkt verliezen uit andere jaren verrekenen als zij meer dan € 1 miljoen winst behaalt. In dat geval mag zij namelijk verliezen uit andere jaren slechts met maximaal de helft van haar jaarwinst verrekenen. Over de andere helft betaalt uw bv dus vennootschapsbelasting, ook als zij nog verrekenbare verliezen uit andere jaren heeft. Deze verliesverrekeningsmaatregel heeft ook gevolgen voor de kwijtscheldingswinstvrijstelling.
Deze winst ontstaat als een schuldeiser afziet van het innen van een schuld van uw bv en is vrijgesteld van vennootschapsbelasting voor zover deze winst groter is dan alle openstaande verrekenbare verliezen. Heeft u een (verlieslijdende) bv? Dan kan de situatie ontstaan dat uw bv door de beperking van de verliesverrekening niet alle openstaande verliezen kan verrekenen met de behaalde kwijtscheldingswinst, waardoor uw bv over een deel van die winst toch vennootschapsbelasting moet betalen.
Dit komt omdat de kwijtscheldingswinstvrijstelling slechts geldt voor de kwijtscheldingswinst voor zover deze winst groter is dan alle openstaande verliezen (dus inclusief de verliezen die uw bv niet kan verrekenen in het kwijtscheldingsjaar). De samenloop van de beperkte verliesverrekening en de kwijtscheldingswinstvrijstelling geeft een ongewenste uitkomst. Daarom worden de belemmeringen weggenomen door de kwijtscheldingswinst in de vennootschapsbelasting volledig vrij te stellen. Tegelijkertijd wordt de verliesverrekeningsvoorraad verminderd met dit bedrag, als de te verrekenen verliezen meer dan € 1 miljoen bedragen.
Dubbeltellingen voorkomen bij excessief lenen
De grens waarboven u over een schuld bij uw eigen bv box 2-belasting moet betalen, bedraagt net als in 2024 € 500.000. Eind 2025 controleert de Belastingdienst de schuldenlast bij uw eigen bv.
Er deden zich ten aanzien van excessief lenen echter onbedoelde dubbeltellingen voor van schulden bij personenvennootschappen. Om dit te voorkomen worden bepaalde schulden voortaan buiten beschouwing gelaten. De dubbeltellingen doen zich voor als u participant bent in een samenwerkingsverband maar ook een aanmerkelijk belang hebt in een vennootschap en deze vennootschap een lening heeft verstrekt aan dat samenwerkingsverband. Dubbeltellingen van schulden en verplichtingen worden in deze situatie uitgesloten van het schuldenbegrip.