Verhuist de eigenwoningschuld bij uw bv mee?
Heeft u schulden bij uw eigen bv? Dan kunt u met box 2-belasting te maken krijgen. Dat is het geval als de schulden eind 2024 meer dan € 500.000 bedragen. Het meerdere boven deze grens wordt dan belast met box-2-belasting. Een belangrijke uitzondering wordt gemaakt voor eigenwoningschulden bij de eigen bv. Heeft u de eigenwoningschuld afgesloten vóór 1 januari 2023? Dan hoefde u op grond van een overgangsregeling geen hypotheekrecht te verstrekken aan uw bv om van deze uitzondering gebruik te kunnen maken. Maar bent u de eigenwoningschuld daarna aangegaan bij uw eigen bv, dan is dat wel vereist.
Stel u heeft op 31 december 2022 een eigenwoningschuld bij uw eigen bv. U heeft geen recht van hypotheek aan uw bv verstrekt. In 2023 koopt u een nieuwe woning en verkoopt u de oude woning. De bestaande eigenwoningschuld bij de bv blijft geheel in stand. Is het dan op grond van de overgangsregeling nog steeds niet nodig om een hypotheekrecht te verstrekken aan uw bv?
De Belastingdienst vindt dat in deze situatie nog steeds sprake is van een op 31 december 2022 bestaande eigenwoningschuld. Het vestigen van een hypotheekrecht ten behoeve van de bv op de nieuwe woning is dan dus niet nodig om de maatregelen van excessief lenen te voorkomen.
Let op!
Verwar deze situatie niet met het oversluiten van een eigenwoninglening bij een bank naar de eigen bv. De overgangsregeling voor excessief lenen is bij oversluiten naar de eigen bv niet van toepassing! Het is dan immers een nieuwe schuld die u bij uw eigen bv aangaat. In dat geval is een hypotheekrecht wel een vereiste om de excessieflenenmaatregel te voorkomen.
Beperkt toegang tot UBO-gegevens
Naar aanleiding van een uitspraak van de Europese rechter uit november 2022 moet de toegang tot het UBO-register worden beperkt. Daartoe is inmiddels een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. Dit voorstel beperkt de toegang tot het UBO-register in lijn met de uitspraak van de Europese rechter voor de UBO-gegevens van zowel vennootschappen en andere juridische entiteiten, als van trusts en soortgelijke juridische constructies. De volgende organisaties, instellingen en/of personen krijgen toegang tot de geregistreerde UBO-gegevens:
- de bevoegde autoriteiten, financiële inlichtingeneenheden (FIU’s), partijen die toegang krijgen in het belang van de naleving van sancties en het toezicht en de handhaving daarop en bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak, waarvoor het in verband met een wettelijke of Europeesrechtelijk verplichting of bevoegdheid nodig is om UBO’s te achterhalen;
- meldingsplichtige organisaties die in het kader van het cliëntenonderzoek dat zij op grond van de anti-witwasrichtlijn moeten verrichten (denk aan: notarissen, accountants, advocaten, belastingadviseurs, banken en andere financiële instellingen);
- partijen die zijn ingeschreven in het UBO-register, voor zover het hun eigen gegevens betreft; en
- personen en organisaties die hun legitiem belang kunnen aantonen. Wie een legitiem belang hebben, hoe zij dit kunnen aantonen en onder welke voorwaarden zij toegang kunnen krijgen tot de UBO-gegevens, wordt nog vastgelegd in nadere regelgeving.
Terugmeldplicht
Naast het herstellen van de (beperkte) toegang tot het UBO-register is in het wetsvoorstel ook een aanpassing van de zogenoemde ’terugmeldplicht’ opgenomen. Dit houdt in dat als een Wwft-instelling (bijvoorbeeld een accountant of belastingadviseur) verschillen constateert tussen de gegevens in het UBO-register en gegevens uit andere bronnen, dan moet zij dit melden bij de KvK. Momenteel kunnen Wwft-instellingen het UBO-register echter niet zelf raadplegen. Sinds 1 augustus 2024 moeten zij bij het aangaan van nieuwe zakelijke relaties een gewaarmerkt uittreksel uit het UBO-register opvragen bij hun klanten om aan hun verificatieplicht te voldoen. Dit blijft zo totdat de Wwft-instellingen zelf weer toegang krijgen tot het UBO-register. Desondanks zijn deze instellingen sinds 1 oktober 2024 wel weer verplicht om bij nieuwe klanten verschillen tussen het ontvangen gewaarmerkte uittreksel uit het UBO-register en de gegevens uit eigen onderzoek terug te melden bij de KvK.
De noodzaak van een aandeelhoudersovereenkomst
Heeft uw vennootschap meerdere aandeelhouders? Dan is het verstandig om afspraken vast te leggen in een aandeelhoudersovereenkomst. Dit geldt niet alleen voor de situatie waarin de verdeling tussen de aandeelhouders 50/50 is, maar ook – of zelfs juist – wanneer er sprake is van een of meer ‘kleine’ aandeelhouders. Door afspraken vast te leggen, voorkomt u later onduidelijkheid en een noodzakelijke gang naar de rechter, arbiter of mediator. Belangrijke onderwerpen die u kunt vastleggen zijn:
- vaststelling van de prijs van de aandelen bij overdracht in geval van overlijden, beroepsongeschiktheid, vrijwillig én onvrijwillig uittreden van aandeelhouders;
- afspraken over de arbeidsinzet en beloning;
- de wijze van besluitvorming binnen de algemene vergadering van aandeelhouders en het bestuur;
- een geschillenregeling;
- regelingen ten aanzien van non-concurrentie, dividendbeleid en de financiering in groei- en verliessituaties.
Tip
Ook wanneer er al een aandeelhoudersovereenkomst is, is het verstandig om regelmatig na te gaan of de inhoud daarvan nog voldoet aan de huidige situatie en wensen.